Groen Erfgoedzorg

Historische toepassing van water in de tuinkunst

In de middeleeuwen werden grachten gegraven rond kastelen voor bescherming en verdediging. Ook zijn toen visvijvers aangelegd. In de renaissance werden deze grachten en vijvers vaak opgenomen in de formele aanleg en kregen ze ook een sierfunctie. De middeleeuwse gracht- en vijverstructuren bleven daardoor behouden in latere stijlperiodes. In de classicistische tuinen werden daarnaast ook afzonderlijke vijvers, waterkommen en fonteinen aangelegd, vaak in een zichtas. 
Tijdens de periode van de landschapsstijl zijn veel rechtlijnige watergangen en vijverstructuren vergraven tot slingervijvers. Ook zijn natuurlijke beeklopen en riviertjes opgenomen als onderdeel in de landschappelijke aanleg. Waterpartijen en waterlopen werden (al dan niet vanuit esthetische overwegingen) voorzien van bouwkundige elementen zoals bruggen, stuwen en duikers.


Fraeylemaborg, 17e-eeuw met middeleeuwse gracht


Classisistische aanleg 18e-eeuw


Landschappelijke aanleg 19e-eeuw,   Gartenkunst 1853

> Stijlperioden in de Nederlandse tuinarchitectuur