Groen Erfgoedzorg

Bescherming van groene monumentale waarden

Bescherming door aanwijzing tot groen monument

Aanwijzing tot groen monument
De minister van OCW kan een groenaanleg aanwijzen tot groen monument (dat heet dan Rijksmonument). De aanwijzing gebeurt op grond van de Erfgoedwet. De Erfgoedwet gaat over de bescherming van roerende en onroerende zaken die van algemeen belang zijn vanwege hun schoonheid, betekenis voor de wetenschap of cultuurhistorische waarde. Bij groene monumenten is dat de historische aanleg van het groen.
Er kan ook sprake zijn van een zgn. ‘ensemble’, waarmee de verwevenheid van gebouwen, interieur, omgeving en ondergrond wordt aangegeven. Zo zijn in veel gevallen de tuinaanleg en de diverse gebouwen die tezamen een landgoed of buitenplaats vormen, in onderling verband beschermd. 
Ook een gemeente of provincie kan een groen monument aanwijzen (op grond van de gemeentelijke / provinciale erfgoed- of monumentenverordening).

Wat wordt door de aanwijzing beschermd
De beschermde aanleg kan bestaan uit harde structuren zoals lanen, paden, waterlopen en reliëf, maar ook uit groene structuren die bewust zijn aangebracht en gerangschikt. Denk aan laanbeplanting, weide, parkbos, berceaus, taxushagen en een solitaire boom. De beplanting op zich is niet door mensenhanden gemaakt, maar de samenhang tussen groene en structurerende elementen wel, bijvoorbeeld het ontwerp van een in het oog springende solitaire boom in een parkweide. Die afzonderlijke boom in een open weide bepaalt dus de monumentale waarde. Bij een productiebos zit de monumentale waarde in het bos als geheel en de manier waarop het is aangelegd; een enkele boom is dan slechts een samenstellend onderdeel.

Gevolg van de aanwijzing tot groen monument  
Het gevolg van een aanwijzing tot groen monument is:

  • het is wettelijk verboden om het monument te beschadigen of te ontsieren; 
  • voor onderhoud en wijzigingen met gevolgen voor de monumentale waarde is een omgevingsvergunning nodig; 
  • onderhoud aan een groen monument komt mogelijk in aanmerking voor subsidie.

Vergunningplicht voor onderhoud en wijzigingen met gevolgen voor de monumentale waarde 

Voor onderhoud en wijzigingen van groen erfgoed met gevolgen voor de monumentale waarde is een vergunning nodig op grond van de Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht (Wabo). De gemeente beoordeelt wanneer hiervan sprake is. De toelaatbaarheid wordt onderbouwd met een (door de aanvrager aan te leveren) tuinhistorisch onderzoek (zie Richtlijn URL 6001).  Voorbeelden: 

  • Het kappen van één of enkele bomen in een bos wordt meestal niet gezien als een wijziging, omdat de structuur van het bos ongewijzigd blijft.
  • Het kappen van een solitaire boom is wel een wijziging van de groenaanleg en meestal ook van de monumentale waarde.

Voor gewoon onderhoud meestal geen vergunning nodig

Voor gewone onderhoudswerkzaamheden aan een groen monument is meestal geen vergunning nodig omdat dat geen gevolgen heeft voor de monumentale waarde. Gewoon, meestal regelmatig terugkerend onderhoud zoals grasmaaien, onkruid wieden en snoeiwerk zijn gericht op instandhouding van wat er is. De aanleg en het soort beplanting mogen hierbij niet wijzigen (zie artikel 3a van bijlage 2 bij het Besluit Omgevingsrecht). Dat zal wel het geval zijn bij extra werkzaamheden aan een park of tuin, zoals grootschalig onderhoud, herstel of een nieuwe nevenfunctie.

Bescherming groen erfgoed als onderdeel van beschermd stads- of dorpsgezicht

Groenstructuren kunnen deel uitmaken van een beschermd stads- of dorpsgezicht. Een beschermd stads- of dorpsgezicht is een gebied met een bijzonder, historisch karakter. Daartoe kunnen ook ontworpen gebieden behoren, bijvoorbeeld een villapark.
De aanwijzing tot beschermd stads- en dorpsgezicht gebeurt door het Rijk (de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en de minister van Infrastructuur en Waterstaat gezamenlijk). Na de aanwijzing stelt de gemeente voor het beschermde stads- of dorpsgezicht een beschermend bestemmingsplan op.
Voor werkzaamheden die leiden tot wijzigingen van groenstructuren die deel uitmaken van een beschermd stads- of dorpsgezicht, kan een omgevingsvergunning verplicht zijn (zie art. 2.1 lid 1 onder h Wabo).

Bescherming groen erfgoed via het bestemmingsplan

Het is gebruikelijk om een bescherming als rijksmonument te combineren met een planologische bescherming (via het bestemmingsplan) van de historische omgeving als geheel, waarvan ook de aanleg van een park of tuin deel kan uitmaken.