Groen Erfgoedzorg

Verdroging

Bij verdroging is de grondwaterstand in een gebied verlaagd. Door invloeden van buitenaf kan ook bij groene erfgoederen sprake zijn van verdroging. Verdroging kan leiden tot negatieve effecten op (monumentale) bomen en beplantingen van groene erfgoederen. Het risico van verdroging is het grootst in de delen van Nederland waar de bodem uit zandig materiaal bestaat. 

  • Sterfte of hogere ziektegevoeligheid van (monumentale) bomen en parkbos;
  • Verdringing van stinzenplanten door verruiging van de vegetaties, bijvoorbeeld in de vorm van braamgroei. De verruiging kan een gevolg zijn van daling van de grondwaterstand, vaak in combinatie met de stikstofdepositie die overal in Nederland aan de orde is, en extra verhoogd is in gebieden met een hoge veedichtheid. Ook kunnen populaties van vochtminnende stinzenplanten door verdroging in vitaliteit en omvang afnemen en zelfs geheel verdwijnen;
  • Verandering van de lijnvoering van vijvers door daling van het waterpeil;
  • Verlies van het spiegelende effect van vijvers door kroos- en algengroei. Dit is het gevolg van vermindering van de mogelijkheden om vijvers te laten doorstromen met oppervlaktewater van goede kwaliteit. Van oudsher werd het oppervlaktewatersysteem op de erfgoederen vaak gevoed door opkwellend (carbonaatrijk) grondwater;
  • Verlies van de watervoerendheid van elementen die karakteristiek zijn voor het groene erfgoed, zoals bronbeken of sprengen, watermolens en opgeleide beken om waterelementen in een park te laten stromen en fonteinen te laten spuiten, etc. Hiervoor is een goede kwaliteit bronwater nodig en de bron moet blijven lopen.
    Het verlies aan watervoerendheid kan gecompenseerd worden met aanvoer van oppervlaktewater, maar dit is vaak van slechtere kwaliteit. In alle gevallen leidt verdroging in dergelijke watervoerende elementen tot achteruitgang van specifieke plant- en diersoorten. 

Oorzaken van verdroging in groene erfgoederen

De oorzaken van verdroging liggen buiten de erfgoederen. Verdroging is het gevolg van versnelde afwatering (door drainage en het peilbeheer in de watergangen) van grondwater en daardoor verlaging van de grondwaterstand in omliggende agrarische gebieden. Ook grondwateronttrekkingen voor bereiding van drinkwater of voor industriële processen dragen bij aan de verdroging. 
Door klimaateffecten kunnen langdurige droge periodes vaker voorkomen die gevolgen hebben voor natuur en beplanting in groen erfgoed. 

Hoe droogte de natuur raakt: 'Dit gaat nog jaren duren' - https://nos.nl/l/2283168

Hoe te bepalen of er sprake is van verdroging op uw erfgoed?

Veranderingen in de grondwaterstand kunnen in beeld gebracht worden door langjarig periodiek (bijvoorbeeld twee keer per maand handmatig) of continue (met gebruik van automatische metingen) de grondwaterstand te meten. De metingen vinden plaats in speciaal voor dit doel geplaatste peilbuizen.

Provincies, waterschappen en terreinbeheerders beschikken vaak over langdurige meetreeksen van grondwaterstanden. De meetreeksen van meetpunten nabij uw erfgoed geven een indicatie of er bij uw erfgoed sprake kan zijn van een verlaging van de grondwaterstand in de afgelopen decennia.

Desgewenst kunt u op een aantal plaatsen op uw erfgoed meetpunten voor de grondwaterstand laten plaatsen om de grondwaterstand te monitoren. Hiermee kan ook de effectiviteit worden bepaald van maatregelen op het erfgoed om de negatieve effecten van verdroging tegen te gaan.


Te kort aan goede kwaliteit oppervlakte water kan leiden tot verlaging van het waterpeil en verrijking (eutrofiëring) van parkvijvers.


Peilbeheer d.m.v. eenvoudige overstort 


Peilbeheer met een sluisje, helaas is de verdroging hier dusdanig dat ook het sluisje niet meer functioneert.

Tegengaan van verdroging

Er zijn drie mogelijkheden om verdroging in groene erfgoederen tegen te gaan, die ook in combinatie toegepast kunnen worden:

  • Vasthouden van water binnen het erfgoed om droge perioden te overbruggen; 
  • (Verhogen van de) aanvoer van oppervlaktewater naar het groene erfgoed;
  • Verhoging van de grondwaterstand in het gebied rondom het groene erfgoed (bufferzone). 

Deze maatregelen worden hieronder toegelicht.

Bij al deze maatregelen is afstemming met het waterschap en omringende landgebruikers van belang, vanwege de mogelijke uitstralingseffecten van de maatregelen buiten het erfgoed (verhoging van de grondwaterstand buiten de grenzen van het erfgoed).

Vasthouden van water
Het vasthouden van water is vooral van belang op de hoge gronden. Door (kleine) stuwtjes te plaatsen wordt het water langer in het gebied vastgehouden. Daardoor stijgt het waterpeil in de watergangen van het erfgoed, en daardoor stijgt ook de grondwaterstand in het gebied. Hierdoor wordt water langer vastgehouden in het gebied, en daalt de grondwaterstand in drogere perioden minder dan in de situatie zonder stuwtjes.
In gebieden met veel reliëf zijn vaak meerdere stuwtjes nodig om de grondwaterstand in het hele gebied te verhogen.
Het plaatsen, bedienen en onderhoud van de stuwtjes brengt kosten met zich mee. De hoogte daarvan is sterk afhankelijk van de lokale situatie.

Aanvoeren van water
In gebieden zonder wateraanvoer kan eventueel een gemaaltje geplaatst worden om het water over de stuwen te pompen.
De samenstelling van het oppervlaktewater kan veranderen als – om het watertekort te compenseren - oppervlaktewater van elders wordt aangevoerd naar een gebied. Als dit water veel voedingstoffen bevat, kan dat leiden tot kroosgroei in stilstaande wateren van een groen erfgoed.

Verhoging van de grondwaterstand in het gebied rondom het groene erfgoed
Soms is het mogelijk om in het gebied rondom het groene erfgoed de grondwaterstand te verhogen, door daar meer water vast te houden en/of aan te voeren. Deze maatregel wordt ook toegepast bij beschermde natuurgebieden. Door de aanleg van zo’n bufferzone, wordt verlies van grondwater door stroming van grondwater van het erfgoed naar het omringende gebied voorkomen. Deze maatregel is vaak alleen haalbaar als het omringende gebied een natuurfunctie heeft of in gebruik is als extensief landbouw gebieden.

Subsidie-mogelijkheden voor tegengaan effecten verdroging

Waterschappen en provincies hebben soms subsidieregelingen om financieel bij te dragen aan maatregelen om verdroging van beschermde natuurgebieden of karakteristieke erfgoederen tegen te gaan. Dit is vooral aan de orde voor de hoger gelegen zandgronden. Neem voor informatie over de mogelijkheden contact op met het waterschap of de provincie.

 Veel oude landgoederen en buitenplaatsen hadden heel oude ingenieuze systemen voor waterbeheer met stuwtjes, sluisjes, sloten, duikers etc. en konden daarmee ook zelf veel regelen toen in het omliggende gebied nog niets geregeld werd.  Maar door versnippering en verwaarlozing zijn veel van deze systemen in onbruik geraakt en functioneren deze niet meer. Voor herstel van deze systemen is nu, mede in het kader van het subsidiestelsel van de ‘groen-blauwe diensten’ op landgoederen weer meer aandacht. Voorbeelden hiervan zijn het herstel van watersystemen op (v.l.n.r.) landgoed Het Lankheet, vloeiweiden de Pelterheggen, landgoed De Oorsprong