Groen Erfgoedzorg

Het Amstelpark, 50 jaar na de Floriade een monument

Het Amsterdamse Amstelpark bestaat 50 jaar. In 1972 werd in het park, samen met het Beatrixpark, de wereldtuinbouwtentoonstelling Floriade gehouden. Om dat te markeren is het park dit jaar aangewezen als gemeentelijk monument. Dat levert interessante discussies op over behoud en ontwikkeling.


Grote vijver in het Amstelpark - foto ERM

We maken een ronde door het park met Ron van Soest en Monique van Drunen. Ron is Senior medewerker realisatie Ruimte en Economie Gebiedspool bij stadsdeel Zuid en Monique specialist Groen Erfgoed bij Monumenten & Archeologie. Ron adviseert vanuit zijn functie het bestuur dat verantwoordelijk is voor het beheer van het park en sinds de aanwijzing als gemeentelijk monument kijkt Monumenten & Archeologie mee met een erfgoedbril.

“De wens is ambtelijk ontstaan om het park aan te wijzen als gemeentelijk monument”, vertelt Ron. “Het is dit jaar een bijzonder jaar met het 50-jarig jubileum en bij dit park hoort het verhaal van de Floriade. De aanwijzing als monument helpt ons om dat verhaal beter te vertellen en te borgen, zowel naar de buitenwereld toe als intern.”

Het Floriadecomplex
De Floriade in het Amstelpark-Beatrixpark in Zuid was de tweede editie en duurde van 30 maart tot 1 oktober 1972. Het was met 700.000 m2 oppervlak de grootste en met 5 miljoen bezoekers de drukste tuinbouwtentoonstelling ter wereld. In de Amstelhal van de RAI konden bezoekers zich vergapen aan 11 wisselende binnententoonstellingen op een vloeroppervlak van maar liefst 12.000 m2. Behalve het toen gloednieuwe Amstelpark waren ook het Beatrixpark en een deel van het dijklichaam waarop later de Ringweg Zuid en het Station Amsterdam RAI kwamen, onderdeel van de Floriade.

“Bijzonder is dat na de Floriade het park bleef bestaan in de huidige vorm. Het was aanvankelijk niet de bedoeling maar komt voort uit een keuze die door de politiek werd gemaakt na druk van de buurtbewoners. Er bleven veel zaken uit de Floriadetijd gewoon bestaan”, zo vertelt Ron. Daarmee heeft het Amstelpark een andere start dan het Floriadeterrein in Almere nu, waar al tijdens het ontwerp van de tentoonstelling rekening is gehouden met een grote verbouwing tot woonwijk na de afloop van de Floriade.


(links) De verborgen tuin. (rechts) De Romeinse tuin - foto ERM

De basis voor de monumentenstatus werd dan ook een cultuurhistorische verkenning waarin alle aanwezige elementen in kaart zijn gebracht. Monique: “Er zijn veel Floriade-onderdelen nog steeds aanwezig, zoals de Rododendronvallei en Rosarium, de watertuin, het doolhof, de tuin met bedreigde flora, het Glazen Huis, een aantal inzendingen van destijds, maar ook kleinere elementen zoals de pergola’s en vierkante overkappingen. Het speciaal aangelegde smalspoor Amsteltreintje van 3,7 km doet nog steeds in de zomer dienst. Ook het raamwerk van de oorspronkelijke paden- en de waterstructuur, bosvakken en vaste bruggen is behouden.”

Unieke tijdlagen
Maar er is ook veel veranderd. “In de hoofdstructuur van het park werden toevoegingen gedaan, zoals de uitbreiding van de Japanse tuin. Ook werden delen van de brede geasfalteerde paden versmald om het beeld van het park te versterken. Daarnaast werd er openbare kunst toegevoegd en kwam er ook een extra ingang. Hoe ga je met die elementen om afgezet tegen de historie? Dat is een vraag”, aldus Ron. Daarmee heeft de tijd ook lagen aan het Amstelpark toegevoegd. Lagen die ook weer voortkomen uit het huidige gebruik, onder meer als evenementenlocatie. Ron: “Dat levert uitdagingen op, maar we zetten altijd voorop dat het bij park moet passen.”


(links) Belgische kloostertuin. (rechts) Uitleg over tuindelen van de Floriade. - foto ERM

Bijzonder is dat het park niet de hele dag open is voor publiek en dat er niet gefietst wordt. De hekken gaan om 8.00 uur open en worden een half uur voor zonsondergang weer gesloten. Daarmee is vandalisme in het park weinig aanwezig.

Er is dit jaar geld beschikbaar gekomen om het achterstallige onderhoud weg te werken. Daarbij worden onder meer pergola's vervangen en er zijn houten overkappingen uit de Floriadeperiode die na 50 jaar duidelijk aan onderhoud toe zijn. We staan stil bij een lege plek waar alleen de bouwhekken verraden dat er object uit de floriade tijd stond die gesloopt is, inclusief de ooit aanwezige overkapping. “De monumentenstatus en de verkenning die is gemaakt biedt daarbij houvast, ook in de interne discussies die ik voer”, aldus Ron. Tijdens de rondwandeling wijst hij op een plek waar in de Floriadetijd het Franse paviljoen heeft gestaan, nu een onopvallende begroeide heuvel. Grijzend vertelt hij: “Omdat het paviljoen deels ondergronds was is daar weer samen met de UVA – faculteit Archeologie naar gegraven en uiteindelijk gevonden. Het ligt er nog steeds”. Zo kent het Amstelpark hypermoderne archeologie.


(links) De Japanse tuin is een toevoeging van na de Floriade. (rechts) De houten overkappingen van de Floriade zijn toe aan herstel.- foto ERM

De toekomst
Daarnaast wordt er gewerkt aan een breder kader over hoe de toekomst van het Amstelpark eruit moet zien. Het kader moet de onderlegger vormen voor verdere inhoudelijke discussies. Naast de cultuurhistorische verkenning is de wens ook om het huidige gebruik en de waardering van het Amstelpark mee te nemen én de ecologische waarden die er zijn na 50 jaar. Vanuit de cultuurhistorische hoek is volledige reconstructie naar de Floriadetijd in ieder geval niet de insteek. Het gaat om de bescherming van de hoofdstructuren en het behoud van belangrijke elementen. In die structuur kan best ontwikkeling plaatsvinden.

Op de vraag of het Amstelpark op een dag misschien ook een rijksmonument moet worden, reageren beide schouderophalend. Ron: “Van mij hoeft het niet. Ik werk ook met een rijksmonumentaal park en dat is soms op zichzelf ook weer een uitdaging. We zijn blij met de gemeentelijke monumentenstatus.”

De gemeente Amsterdam neemt deel aan het Netwerk Groen Erfgoed Gemeenten. Dit is een open netwerk voor erfgoedambtenaren en erfgoedbeheerders van gemeenten en provincies. Het netwerk wordt gefaciliteerd door stichting ERM, de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed en Vereniging Stadswerk.

Contactadres is Stichting ERM: Ruurd van Donkelaar ruurd.vandonkelaar@stichtingerm.nl