Groen Erfgoedzorg

Gewoon een bierkeet…..

‘Dus dit is gewoon een bierkeet’? We zijn op excursie naar landgoed de Horte bij Dalfsen, de thuisbasis van Landschap Overijssel. Afgezonderd van het hoofdhuis staat een wit gebouwtje, het ‘Witte Huis’ genoemd. Rondleider Carin de Cloe vertelt over deze plek waar de heren in het verleden ongestoord met elkaar konden spelen (biljarten), praten (roddelen) en drinken (uit de ondergelegen wijnkelder). Niets anders dan een veredelde bierkeet dus, is de conclusie van de jongens.


Enten van fruit op het Zone college Zwolle – foto: Deyke van Donkelaar

MBO keuzedeel Beheer Groen Erfgoed
Het Zone College is een Middelbare beroepsopleiding met meerdere locaties in het oosten van het land. Studenten worden hier opgeleid voor verschillende groene richtingen als ‘Bos- en natuurbeheer’, ‘Sportvisserij en waterbeheer’ en ‘Aanleg en onderhoud van tuinen’. Naast onderwijs in hun eigen richting, volgen studenten een aantal keuzedelen om hun vakkennis te verbreden. Het keuzedeel ‘Beheer groen erfgoed’ wordt in Zwolle gegeven. Dit keuzedeel bestaat uit 18 dagdelen. Als examenproduct wordt een portfolio geschreven over een groen erfgoed locatie naar keuze, samen met verslagen van excursies en opdrachten. De vaste docent ging vorig jaar met welverdiend pensioen dus er lag een vacature. Ik ben de uitdaging aangegaan om 16 jongens (waar blijven de meiden?) in de leeftijd van 17 tot 20 jaar iets bij te brengen over het mooie vak ‘Beheer groen erfgoed’.

Lesmateriaal
Het bestaande lesmateriaal was voornamelijk gericht op het historische agrarische cultuurlandschap. Mijn docentschap bood me een mooie kans om het materiaal (binnen de bestaande kwaliteitseisen) bij te sturen, zodat historische tuinen en parken meer aan bod komen. Onderwerpen die behandeld zijn: tuinstijlen, historische beplanting (stinzenplanten, bomen en heesters), de landschappelijke ligging van landgoederen en de gelaagdheid van een terrein. Het onderhoud en uitvoering van groen erfgoed was ook een belangrijk onderwerp. Daarnaast is een aantal praktische vaardigheden aan bod gekomen zoals enten van fruit, het leggen van een haag met hiep en het maaien met de zeis.

Veel onderwerpen in een beperkte tijd. De dagdelen moesten dus inventief worden ingedeeld. Ik vond het belangrijk om de groep vooral veel groen erfgoed te laten zien en beleven. Elke les begon met een individuele opdracht waarbij historische locaties via websites als AHN en Topotijdreis onderzocht werden op bijvoorbeeld sterrenbossen, vestingen en rabatsystemen. Daarna een kort blok theorie en dan snel op de fiets Zwolle in. De stad bezit meerdere parken, parkjes en landgoederen uit verschillende stijlperioden, op fietsafstand van school. Het truttige ‘Van Nahuysplein’ uit 1892 bijvoorbeeld, waar een enorme fontein mét het hoofd van de naamgever burgemeester W.C.T. van Nahuys het park domineert. De structuur van de 17e-eeuwse verdedigingsvesting rond Zwolle werd ontdekt in Het Engelse Werk, een park ontworpen door van Lunteren met een latere aanleg door Wattez.

‘Wie is die mevrouw?’ Tot mijn verbazing had de groep nog nooit van Mien Ruys, de bekende tuin- en landschapsarchitecte, gehoord. Het kwam goed uit dat de tuin rond het Provinciehuis in de jaren 70 van de vorige eeuw door Ruys is ontworpen en er na een renovatie goed bijligt. Daar zijn we ook geweest.


(links) Het Witte huis op Landgoed De Horte in Dalfsen (Ov) / (rechts) Techniek van het leggen en vlechten van een haag – foto’s: Deyke van Donkelaar]

Conclusie
Niet alle onderwerpen zijn behandeld, een keuzedeel is niet rekbaar en het moet ook maar net uitkomen wat organisatie en het weer betreft. Ook kan het zomaar zijn dat een halve ochtend besteed wordt aan het opstellen van gedragsregels of dat de groep aan het werk gezet wordt omdat het portfolio anders niet van de grond komt. Tijdens de examengesprekken blijkt wat ze hebben opgestoken van de lessen en dat er hier en daar een sprankje enthousiasme doorklinkt in hun verhalen. Een leerling die wilgentenen gaat vlechten op het landgoedje van een vriend, een ander die op topotijdreis de nog steeds zichtbare infrastructuur herkent rondom het Rensenpark in zijn woonplaats Emmen. Onbewust hebben ze toch wat meegekregen van het groene erfgoed. En eerlijk zijn ze ook; ‘Mevrouw, ik zou zo’n rotjong als ik ben niet in mijn groep willen hebben!’

Auteur: Deyke van Donkelaar-Jannink is docent groen erfgoed en lid van de Vakgroep Groen Erfgoed