Alternatieven voor Buxus in groen erfgoed
Buxus sempervirens en variëteiten daarvan, hebben het de afgelopen jaren zwaar gehad. Zo’n vijftien jaar geleden kreeg Buxus te maken met de Buxusschimmel, Calonectria, voorheen Cylindrocladium geheten. Het is een schimmel die het goed doet in een gematigd, relatief vochtig klimaat. Hij werd tijdens het opkweken van Buxus een groot probleem, al was de schimmel met fungiciden goed te bestrijden.
Schimmels en een mot
Vooral waar Buxus massaal toegepast was, maar ook bij brede hagen die niet goed opdrogen, sloeg de schimmel toe. De eenmaal verzwakte Buxus raakte daarna ook vaak besmet met Volutella, eveneens een schimmel. Vanuit het zuiden rukte bovendien de Buxusmot op (Glyphodes perspectalis). Dieptepunten van de vraat in Nederland waren de jaren 2018 en 2019. De verwoestende aantasting in landen als Frankrijk en België was al eerder te zien. Een Buxus, die vrijstaand geplant is en snel kan opdrogen, zal minder last hebben van een Calonectria aantasting, maar het blijft spannend tijdens een vochtige en relatief warme periode. Haagjes die goed op de zon liggen en waar de wind doorheen kan, zullen minder snel aangetast worden. De rups van de Buxusmot maakt dat onderscheid niet. De jonge rupsen zijn weliswaar goed te bestrijden met de aloude Bacillus thuringiensis (verkrijgbaar onder de merknamen Thurex en Xentari), maar het is wel zaak goed te ‘scouten’. De bestrijding dient tijdig uitgevoerd te worden; een week vakantie zonder een oplettende vervanging en de plant kan zijn kaalgevreten. Na één keer loopt Buxus nog wel een keer uit, bij herhaalde aantastingen houdt het echt op. Nu Buxusaanplant in vooral particuliere tuinen massaal is opgegeten zal de druk van de Buxusmot ook minder worden of zelfs verdwijnen.
Links: Nieuwe Buxus in de Koningstuin Paleis Het Loo - Rechts: Ilex crenata in de benedentuin Paleis Het Loo
Alternatieven gezocht
Vanwege de geschetste problematiek is gezocht naar alternatieven voor de traditionele Buxus. Ilex crenata, Japanse hulst, is een inmiddels veel toegepaste vervanger. Het ras ‘Dark Green’ benadert in gesnoeide vorm de Buxus, maar groeit anders en kan zich ontwikkelen tot een forse struik. Het ras heeft de neiging om te verhouten, maar verdraagt snoei goed. Toegepast als haag of als vormboompje is minimaal tweemaal per jaar snoeien echter wel nodig. Overal toepasbaar is Ilex crenata niet: zure grond met een pH van 4,5-5 is optimaal. Een natte standplaats wordt evenmin verdragen; kleigronden vallen daardoor af, natte gronden eveneens. Andere geschikte Ilex rassen zijn ‘Blondie’, met lichtgroen tot gelig blad, ‘Dark Star’, ‘Caroline Upright’ en de aloude ‘Convexa’, met ronde blaadjes. Laatstgenoemd ras groeit wat houterig en is niet geschikt voor lage haagjes. De laatste tijd zien we tevens Euonymus japonica ‘Green Spire’, Japanse kardinaalsmuts, vaak toegepast. De winterhardheid is hier wel een punt van aandacht, maar voor stadstuinen zeker een optie. Een vervanger die een paar jaar geleden werd aanbevolen, Berberis buxifolia ‘Nana’, zuurbes, is zeker geschikt voor een lage losse beplanting of losse haag, maar is minder mooi als deze gesnoeid wordt.
Links: Rups van de Buxusmot - Rechts: Ilex crenata ‘Caroline Upright’
Verdwijnend fenomeen?
Is de Buxus nu een verdwijnend fenomeen in historische tuinen? Enkele kwekers hebben niet stilgezeten. Vooral kwekerij Herplant in Beerze, net over de grens in België, heeft een ambitieus programma opgezet waarin tal van kruisingen zijn uitgevoerd, gebruikmakend van hoofdzakelijk Aziatische Buxussoorten en rassen. Daaruit is een aantal rassen geselecteerd die nu aangeboden worden voor gebruik in historische tuinen. ‘Renaissance’ en ‘Babylon Beauty’ lijken vooral geschikt voor lage haagjes, ‘Heritage’ is een wat robuustere plant. Volgens de laatste berichten komen er nog 20 nieuwe rassen aan. Deze nieuwe Buxusrassen zijn nu nog beperkt verkrijgbaar, maar dat zal snel anders worden. Hoe houden deze rassen zich? De ongevoeligheid voor Calonectria lijkt wel bewezen, en ook de Buxusrups heeft er weinig zin in. In de tuinen van Palei Het Loo, waar vorig jaar de gehele Koningstuin met de drie genoemde rassen is beplant, was vorig jaar een begin van rupsenvraat in enkele planten te zien. Maar dit zette niet door en de rupsen verpopten zich ook niet. Aan te raden is om de ontwikkelingen in het Buxus assortiment goed te volgen en voor historische Buxus sempervirens de genoemde aantastingen goed in de gaten te houden.
Auteur: Willem Zieleman (adviseur tuinen Paleis Het Loo Nationaal Museum) is lid van het Gilde van Tuinbazen
Foto’s: Willem Zieleman - Paleis Het Loo en Ruurd van Donkelaar