Groen Erfgoedzorg

Platform Groen Erfgoed, vorige editie

Het vorig Platform, afgelopen oktober, ging over vergeten of ongeschreven onderwerpen in de tuingeschiedenis, met het thema "Een breder beeld".


Vrouwelijke studenten op Tuinbouwschool Huis te Lande - bron foto: onbekend

In haar inleiding noemde Natascha Lensvelt een aantal projecten over vrouwenemancipatie, WOII en het slavernijverleden. De ontsluiting van de gevonden informatie gebeurt via bijeenkomsten, podcasts, boeken. Ze raadde aan om onderzoeksvragen met enige regelmaat te herijken, anders komt de tuin- en landschapsgeschiedenis niet echt verder en bereik je geen nieuwe geïnteresseerden. Meer diversiteit en gelijkwaardigheid binnen de erfgoed-organisatie levert ook nieuwe perspectieven op.
Anne Mieke Backer schreef het boek “Er stond een vrouw in de tuin” en vertelde dat archieven haar vaak weinig informatie boden omdat de vrouw formeel geen rol had bij beslissingen die werden vast gelegd. Via onder meer brieven, beeldende kunst en fotoalbums was het toch mogelijk om een overzicht te geven van de belangrijke rol die vrouwen in de tuinkunst speelden.

In opdracht van Arcadis deed Lennert Savenije onderzoek naar de werkverschaffing door de Nederlandsche Heide maatschappij (Heidemij, later KNHM) in het boek “Werk in Uitvoering”. Het hoogtepunt van de werkverschaffing lag in de jaren dertig, toen er jaarlijks 40.000 tot 50.000 mensen te werk werden gesteld. Veel Heidemij archiefstukken zijn vernietigd en deel van het rijksarchief is verloren gegaan door een bombardement. De salarissen waren te laag, maar wie het aanbod van werkverschaffing afsloeg, verloor inkomenssteun en was aangewezen op armenzorg. Een totaaloverzicht van de werkverschaffingsprojecten is er niet.

Camilla de Koning vertelt hoe wetenschappelijke interesse in de 17de en de 18de eeuw hand in hand ging met de zoektocht naar economisch interessante gewassen. Vanaf ongeveer 1700 wordt de vraag naar planten specifieker omdat er via de flora’s steeds meer informatie gedeeld werd. Het belang van de inheemse plantenkennis overzee was groot. Niet zelden werden de planten onder dwang verzameld.

Gerard van Buiten laat zien hoe de Utrechtse Hortus medicus vanaf 1639 planten uit de koloniën ontving. Een plant die veel kinine bevat, werkzaam tegen malaria, is in Zuid-Amerika door de lokale bevolking gevonden. Vervolgens zijn grote plantages door Europeanen opgezet in Nederlands-Indië, en is het middel wereldwijd verkocht. In de 19de eeuw zijn er veel sierplanten verzameld en geroofd voor wetenschap, liefhebbers en voor de handel in Europa en Noord-Amerika. Tegenwoordig zijn er regels voor het importeren van planten. Het doel is de verspreiding van plantziekten en invasieve soorten tegen te gaan, om uitsterven van zeldzame soorten en ‘biopiraterij’ te voorkomen, ofwel om eigendom vast te leggen en de winst eerlijk te delen. De bedoeling van die regels is goed maar het bemoeilijkt de samenwerking tussen hortussen wel.

Voor wie de bijeenkomst gemist heeft is deze hier terug te kijken.

Komend voorjaar is er geen platformbijeenkomst maar voor het najaar wordt weer een bijeenkomst verwacht. Wilt je de uitnodiging ontvangen, abonneer je dan hier.

Auteur: Natascha Lensvelt (RCE) namens de programmacommissie Platform Groen Erfgoed.